“Als de student de stof begrijpt, dan komt de rest vanzelf”
- Nieuws
- Bewegen & Gezondheid
Iris Buikema werkt drie jaar bij het Gezondheidszorg College Utrecht van ROC Midden Nederland. Opgeleid als pedagoog is ze gestart als onderwijsassistent en werkt zij inmiddels als docent en studentcoach bij de opleidingen Verpleegkunde en Verzorgende. “We hebben hoge verwachtingen van de student, maar die mogen ze ook van ons hebben. En van elkaar. Ik leer ze feedback geven, zodat ze ook binding onderling ervaren. Het is belangrijk dat we als docenten de student het vertrouwen geven in het eigen kunnen.” Lees in dit interview hoe Iris binding maakt met haar studenten.
“In mijn werk als docent ervaar ik niet dat ik vastloop. Ik zorg er altijd voor dat we in de les iets ondernemen wat de studenten boeit. Laatst had ik een klas die aan het einde van hun opleiding was aanbeland. Zij zijn bezig met examens, bewijsstukken verzamelen en hun portfolio rondkrijgen. Omgangskunde is op dat moment voor hen ‘standaard’ programma. Ik heb de tijd genomen om te zien wat er speelde. Deze studenten moesten nog een klinische les geven om bewijsstukken te verzamelen. Ik heb hen gevraagd of ze dat tijdens de les Omgangskunde wilden doen. Zij reageerden direct enthousiast. De uitkomst: een breed scala aan klinische lessen over bijvoorbeeld een bepaald ziektebeeld of over agressie in de ggz. Dat ik mijn les aanpaste op hun behoeften, werkte heel erg goed. Iedere week kwamen er meer mensen om hun klinische les te voltooien. Uiteindelijk heeft iedereen tijdens Omgangskunde de klinische les geven.”
Compromis
“Tijdens de les is het belangrijk om aandacht te geven aan wat er speelt en hoe je met elkaar tot een compromis kunt komen. Voor mij betekent dat dat de les écht inhoud moet hebben én de studenten het gevoel moeten hebben dat ze er iets kunnen halen. Als je het gesprek erover aangaat, lukt dat goed. Als ik een les heb voorbereid en de studenten geven mij de houding dat ze de les niet willen volgen, frustreert dat. Míjn les is dan om achterover te gaan zitten en niet harder mijn best te doen om het ze op te leggen. Met de docenten zijn we onderling heel open tegen elkaar en stellen elkaar de vraag wat beter kan.”
Dyslexie
“Als een student er niet uitkomt, ga ik dat bevragen: waar kom je niet uit? Hoe zit dat dan? Ik zet het positief in: wat begrijp je wel? Een voorbeeld is dat ik afgelopen periode het beroepsthema Doelgroepen heb gegeven, waarvoor studenten één doelgroep uit het zorgwerkveld moesten uitlichten, hierover een markt moesten organiseren en een poster maken. Een student vond dat moeilijk: ze heeft dyslexie en was bang dat haar eindopdracht niet goed genoeg zou zijn. Dat probleem is voor haar groot en reëel. En daar moet je als docent wat mee. Ik vroeg haar: wat zijn je ideeën? Hoe wil je het aanpakken? Door met haar haar antwoorden in een wordweb te plaatsen, kreeg ze de controle over de stof terug. De spanning voor het presenteren heb ik weggehaald door haar als eerste te vragen te presenteren en dat via een vraaggesprek te doen. Tijdens de presentatie zag ik bij haar een glimlach ontstaan. Er viel een rust over haar heen. Als de student de stof begrijpt, dan komt de rest vanzelf. Door deze ervaring gaf de studente aan dat het presenteren haar nu veel makkelijker afgaat.”
Binding en hoge verwachtingen
“Over het algemeen hebben we hoge verwachtingen van de student, maar die mogen ze ook van ons hebben. En van elkaar. Ik leer ze feedback geven, zodat ze ook onderling binding ervaren. Het is belangrijk dat we als docenten de student het vertrouwen geven in het eigen kunnen. Studenten zijn vaak onzeker door stage of een gesprek dat ze hebben gehad. Ik geef dan aan dat ik het vertrouwen in ze heb en dan zie je dat de student ervoor gaat.”